In de dPi wordt gevraagd naar de voornemens om bestaande woningen te isoleren en uw voornemens om bestaande woningen aardgasvrij te maken. Deze informatie wordt opgevraagd om inzicht te krijgen in de ontwikkeling in de tijd om de Nationale prestatieafspraken na te komen. Het gaat hierbij om de afspraak dat 675.000 woningen ‘toekomstklaar’ worden gemaakt en 450.000 bestaande woningen aardgasvrij.
Bij 2.10 isolatie en aardgasvrij moet sloop-nieuwbouw wel meegeteld worden, want we willen de verbetering van de bestaande voorwaard tellen. Als er bij een sloop-nieuwbouw-project meer beter geïsoleerde/gasvrije woningen worden gebouwd dan oorspronkelijk gesloopt, mag alleen het aantal dat oorspronkelijk gesloopt is meetellen. Voorbeeld: er worden 10 woningen gesloopt en 30 woningen herbouwd als gasloze woningen. Dan moeten er 10 woningen meetellen bij dPi 2.10 gasloos.
Er wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën. Woningen kunnen niet in meerdere categorieën geteld worden. Woningen dienen altijd in de ‘hoogste’ categorie te worden geteld. Een woning die na een ingreep voldoet aan de vereisten van categorieën 1 en 2 dient eenmaal in 1 te worden geteld. Categorieën 1 en 2 tellen mee als toekomstklaar, categorie 3 niet.
Toelichting op de categorieën:
1. Toekomstklaar (voldoen aan de isolatiestandaard)
Het betreft woningen die na de geplande ingreep aan de isolatiestandaard voldoen, zie Standaard en streefwaarden voor woningisolatie (rvo.nl).
2. Toekomstklaar (vergaand geïsoleerd of geschikt voor verwarmen met maximaal 50 graden)
Het betreft hier drie soorten woningen:
- Het betreft woningen die na een geplande ingreep voor wat betreft isolatie gereed is voor verwarmen met lage temperatuur bron. Voor de overgang naar een LT-bron mogen nog beperkte ingrepen worden gedaan die nog niet voorzien zijn binnen het tijdvak waarover de dPi wordt ingevuld. Een beperkte ingreep is: aanpassing afgiftesysteem, ventilatie of kierdichting. Het gaat dus niet om extra isolatiemaatregelen in dak, vloer of gevel (incl. glaswerk).
- De woning wordt goed geïsoleerd en bereikt een lage warmtebehoefte, waardoor energielabel A+ (of hoger) wordt gehaald.
- Een aantal woningen binnen een complex dat naar de Standaard wordt gebracht, haalt de Standaard niet. Deze woningen toch naar de Standaard brengen zorgt voor hogere kosten in alle woningen of de hele bouwkundige eenheid. Deze woningen kunnen wel op dezelfde wijze verwarmd worden als de rest van het complex. Dit kan zowel appartementen als grondgebonden woningen betreffen.
3. Gereed voor aansluiting op MT-warmtenet
Het betreft hier woningen die na een geplande ingreep qua isolatie geschikt zijn voor aansluiting op een MT-warmtenet en waarbij ook voorzien is dat deze woning in de toekomst wordt aangesloten op een MT-warmtenet of een HT-net dat op termijn naar MT gaat.