In hoofdstuk 3.4 wordt gevraagd naar de ‘Deel betalingen aan werknemers en overige kasstromen dat betrekking heeft op onderhoud’. U dient hier geen onderhoudsuitgaven op te geven die u al eerder verantwoord heeft in het kasstroomoverzicht. Wel dient u hier de indirecte toerekenbare operationele uitgaven die betrekking hebben op onderhoud op te nemen. De toerekeningen van personeelsuitgaven (deel betalingen aan werknemers) en overige kasstromen aan onderhoud worden op één regel opgenomen. Deze werkwijze geldt tevens voor de toerekening aan leefbaarheid.
Indien bijvoorbeeld de directe onderhoudsuitgaven (Hfdst. 3.3 post ‘Onderhoud’) 10 miljoen euro bedragen en de indirect toerekenbare onderhoudsuitgaven (hfdst 3.3 overige posten)) 1 miljoen euro, dan verantwoordt u in dit onderdeel (Hfdst 3.2.2) een bedrag van 1 miljoen euro. Wat betreft de personeelsuitgaven moeten deze uitgaven wel betrekking hebben op de exploitatie (dus geen onderhoud voor derde).