In onderdeel 2.3 ‘Prognose ontwikkeling bezit’ worden woongelegenheden gebaseerd op gerelateerde huurcontracten, bijvoorbeeld studenteneenheden, verantwoord als eenheidssoort ‘Woonruimte’ (vastgoedtypering). In de praktijk kan het voorkomen dat diezelfde eenheden volgens BOG-parameters zijn gewaardeerd vanwege het bijbehorende totaal-huurcontract, bijvoorbeeld bij complexgewijze verhuring (marktwaardetypering). In dit geval houdt u rekening met de opzet van de beleidswaarde en verantwoordt u de betreffende verhuureenheden in onderdeel 2.7 in categorie BOG. Hierdoor kunnen op categorieniveau verschillen ontstaan tussen de onderdelen 2.3 en 2.7.
(2) Kan de vastgoedclassificatie tussen onderdeel 2.3 en 2.7 verschillen in de dPi?
Gewijzigd op: Ma, 26 Sep, 2022 om 1:33 PM