Huurinkomsten van een verhuureenheid die gedurende het jaar muteert van DAEB naar Niet-DAEB moeten worden opgenomen op basis van de feitelijke realisatie. Bijvoorbeeld: als een woning in de periode van 1 januari 2019 tot en met 1 mei 2019 als een DAEB-woning is verhuurd en per 2 mei 2019 als Niet-DAEB-woning wordt verhuurd, moeten de inkomsten tot en met 1 mei 2019 als DAEB-huurinkomsten worden verantwoord en vanaf 2 mei 2019 als Niet-DAEB-huurinkomsten.
(3.1) Hoe moeten de huurinkomsten van een verhuureenheid die gedurende het jaar muteert van DAEB naar Niet-DAEB worden geclassificeerd?
Gewijzigd op: Di, 14 Apr, 2020 at 2:35 PM